Oorspronkelijk wilde ik deze blog “Mijn bevallingsverhaal” als titel meegeven. Op een andere blog, ik weet niet meer welke, zag ik echter de term ‘geboorteverhaal’ en dat is eigenlijk veel mooier. Het gaat immers om hoe Willemijn ter wereld is gekomen. Dus bij deze dan: het geboorteverhaal van Willemijn!
Woensdagavond 18 oktober ging ik voor het eerst naar de zwangerschapsfitness hier in Hazerswoude. Met een flinke toeter heb ik tussen andere dames met zwanger en pasbevallen buikje heerlijk gesport. Aangezien ik in april al was gestopt met korfballen, was dit de eerste keer in lange tijd dat ik me zo had ingespannen. Toen ik na het douchen thuiskwam, viel Wilco ook gelijk op dat ik meer ontspannen eruitzag dan hij me in tijden had gezien. Iets met de stress van de verhuizing en de voorbereiding op de bevalling. En met die ontspanning begint ook gelijk het sterke verhaal dat ik lekker voor waar aanhoud: het sporten gaf zo’n endorfine-rush dat Willemijn het bericht kreeg dat haar mamma ontspannen genoeg was en dat het wel eens tijd werd actie te ondernemen.
Aan het einde van een zwangerschap gebeurt een hoop voordat een baby daadwerkelijk geboren wordt. Allereerst zorgt het lichaam dat de baarmoedermond verstrijkt, dus een stuk dunner en breder wordt. Wel zo handig als een baby hier een korte weg af moet leggen. Dat gaat gepaard met voorweeën die heel onregelmatig komen. Als dit gebeurd is – of met name bij een volgende zwangerschap gelijktijdig – begint de ontsluiting. Sommige vrouwen lopen in de laatste weken van de zwangerschap al met twee tot drie centimeter ontsluiting voor de daadwerkelijke ontsluitingsweeën beginnen die de bevalling inluiden. En bij de meeste vrouwen zit er wat tijd tussen het verstrijken van de baarmoedermond en de ontsluiting.
Ik hoor niet bij ‘de meeste vrouwen’. Woensdag- op donderdagnacht begonnen de eerste voorweeën. Onregelmatig met goede tussenpozen en nog niet heel intens, maar ongemakkelijk genoeg om me de hele nacht wakker te houden. Het peinzen over de voorweeën die ik voelde en de vraag of dit dan het begin was, zorgde er ook voor dat ik tussendoor niet in slaap kwam. Donderdag overdag zette dit door, tot de weeën met een regelmaat van ongeveer 20 minuten kwamen en in intensiteit toenamen. Willemijn wilde van mijn goede gevoel gebruik maken, denk ik. Halverwege de nacht van donderdag op vrijdag kon ik de verloskundige bellen met de melding dat ik 2 uur lang met een tussenpoos van 4 tot 5 minuten weeën had gehad.
Tegen de tijd dat de verloskundige de eerste keer langskwam, had ik zo’n 26 uur niet geslapen en was ik al een uur of 4 aan de wandel om de weeën op te vangen. Met als goede resultaat welgeteld 2 cm ontsluiting. Niet waar ik op gehoopt had! Maar goed, dat hoort er natuurlijk een beetje bij. De daaropvolgende 4 uur was ik continu aan de wandel. Helaas besloot Willemijn dat het haar niet snel genoeg ging en reageerde ze door te trappelen in de baarmoeder. Waardoor wee 1 langer ongemak gaf dan gebruikelijk en ongeveer als dat over was wee nummer 2 begon. Vanaf hier is het een grote waas. Ik was ontzettend moe door het slaapgebrek en de inspanning om de weeën op te vangen. Een paar keer viel ik bijna om tijdens het wandelen. Eten en zelfs drinken lukte niet, omdat ik niet even rustig een minuutje kon zitten. Gelukkig was Wilco er ook, die met me mee kon lopen om me overeind te houden. Toen de verloskundige om half 9 ’s ochtends nog een keer kwam en ik 4 cm ontsluiting bleek te hebben – in mijn geval: 1 cm per uur my ass – besloot ik in overleg met de verloskundige toch naar het ziekenhuis te gaan voor pijnstilling, om te voorkomen dat ik zo vermoeid zou raken dat ik niet meer zou kunnen persen.
Mijn wens was een thuisbevalling, maar voor de zekerheid stond ook de vluchttas klaar. Wilco heeft hem snel gepakt, de verloskundige heeft het ziekenhuis gebeld voor de overdracht en mijn schoonzusje werd opgetrommeld om ons naar het ziekenhuis te rijden. Weeën thuis al lopend of liggend op bed tijdens de controle van de verloskundige opvangen is makkelijker dan weeën tijdens een autorit opvangen. Ondanks de moeite die mijn schoonzusje deed om zachtjes over drempels en door bochten te gaan, voel je die wel degelijk.
In mijn pyjamabroek, sloffen en een oversized shirt van Wilco, met natte verfrommelde haren van meermaals douchen om te ontspannen, waggelde ik met mijn handen op mijn buik het Alrijne binnen. Als mijn buik en gezicht het nog niet verraadden, deed mijn houding dat zeker: ik was hoogzwanger en stond op het punt te bevallen. De lift omhoog gaf aanleiding tot een soort gesprek met het gezin dat samen met ons in de lift stond, een vader met krukken, zijn vrouw en twee dochters. “Kijk, zij worden vandaag pappa en mamma,” zei de man tegen zijn dochters. Ik lachte tussen mijn gecontroleerde ademhalingen door. Klopt! Onze eerste! Op het gezicht van beide ouders zag ik herkenning, waarschijnlijk de herinnering aan de geboorte van de meiden die er bij stonden. Ze wensten ons veel succes en geluk toen we de lift weer uit stommelden.
Als je voor pijnstilling naar het ziekenhuis gaat, moet je eerst een half uur stil liggen om de hartslag van jezelf en de baby te monitoren. Prut, stil liggen, terwijl ik juist had besloten dat ik wilde wandelen om weeën op te vangen. Maar ja, veel was er niet aan te doen. Gelukkig bleek dat ik liggend ook erg goed in staat was de weeën met behulp van mijn ademhaling te controleren. Het besef dat met iedere wee de geboorte van Willemijn dichterbij kwam, hielp ook zeker mee, en de aanmoediging van Wilco ook. De weeën werden nog weer een stuk intenser en toen het halve uur voorbij was, bleek dat ik ineens 9 cm ontsluiting had. Wauw, dat was ineens snel gegaan zeg! En het verklaarde ook wel waarom ik dacht persdrang te hebben – eerste bevalling, dus wist ik veel hoe dat voelde.
Pijnstilling was niet meer nodig en ook mijn eigen verloskundige werd nog weer opgeroepen om de bevalling te begeleiden. Voor mijn gevoel duurde het een eeuwigheid voor ze er was, maar dat komt denk ik omdat ik in mijn bubbel bezig was om de persdrang weg te puffen. Dat is een stuk lastiger dan de weeën opvangen, trouwens. Volgens mij heb ik meerdere malen bij de arts-assistent aangegeven dat ik niet wist of ik het vol ging houden tot mijn verloskundige er was. En hoewel ik me herinner dat ik mijn best heb gedaan Wilco’s vingers goed doorbloed te laten, denk ik dat ik toch wel flink geknepen heb. Als ik het achteraf bekijk, ging ook dit wegpuffen ontzettend goed, zoals ik ook eerder al mijn ademhaling heel effectief kon gebruiken om met de weeën om te gaan.
Willemijn bleef lekker actief, maar ik had wel af en toe een moment om met rietje wat water te drinken. Ik had het koud, was moe en verkrampt door al uuuuuuuuuuren in dezelfde houding te liggen. Geen idee of dat echt zo was, maar zo voelde het. Overstappen naar de baarkruk om de zwaartekracht mee te laten helpen bij de geboorte, vond ik daarom zelf geen optie meer. Toen mijn eigen verloskundige er was, heeft zij de vliezen nog gebroken met een haakje, waarna ik bijna volledige ontsluiting had en mocht gaan werken om Willemijn het levenslicht te laten zien. Alles in je lichaam is op dat moment aan het werk om een baby door het geboortekanaal te krijgen. Het nam me volledig over. Mijn wereld bestond uit puffen, persen, handen knijpen en af en toe wat water krijgen. Ik zal best af en toe wat gevraagd hebben of antwoord gegeven hebben op vragen van de verloskundige, maar anders dan dat ik nog weet dat ik haar instructies zo goed mogelijk heb opgevolgd – kin op borst tijdens het persen en echt alleen persen tijdens een wee – weet ik hier niet veel meer van. Volgens het verslag ben ik ongeveer een half uur bezig geweest met de geboorte van Willemijn. De reden voor haar trappelen werd duidelijk toen haar hoofdje naar buiten kwam en de navelstreng om haar nekje bleek te zitten.
Wat een inspanning. En wat is het het waard. Dat kleine blauwe smurfje, overdekt met bloed en slijm – sorry, just telling it the way it was – was echt onze dochter. Het bloed en slijm waren trouwens totaal niet boeiend. Haar mini-gezichtje en de geluidjes die ze maakte toen het slijm uit haar mond en neus waren gehaald… Ik was verkocht. Ze kwam bij mij op de borst liggen en besloot gelijk over me heen te plassen. Ook weer niet belangrijk, want ons kleine meisje was er eindelijk.
De bevalling heeft nog een staartje met de nageboorte, wat bij mij toch een stuk moeilijker ging. Ik voelde niet echt naweeën, maar had dusdanig bloedverlies dat er zo snel mogelijk een spuit oxytocine in m’n been gespoten is. Ook dat hielp niet echt, maar uiteindelijk kreeg ik met massage en tegendruk van de verloskundige toch de placenta er uit, waarna het bloedverlies afnam. In totaal heb ik 1380 ml bloedverlies gehad. Flink genoeg om in ieder geval per infuus vocht toegediend te krijgen. En ook zo flink dat ik, was ik inderdaad volgens wens thuis bevallen, met loeiende sirene naar het ziekenhuis had gemoeten. Achteraf gezien was het goed dat ik er al was en ik een rustige bevalling en ontspannen eerste uren met Wilco en Willemijn had.
Willemijn was best mini: ons frummeltje woog 2700 gram bij de geboorte. Niet zo vreemd met een kleine moeder die ook zoiets woog toen zij geboren werd. De bevalling, het hele proces, heb ik niet echt als pijnlijk ervaren. Wel ontzettend ongemakkelijk en intens en vermoeiend, maar niet pijnlijk. Het was niet wat ik verwacht had en niet zoals ik van tevoren in mijn geboorteplan bedacht had, maar het was mooi. Een prachtige initiatie tot het moederschap waar ik sindsdien, ondanks lastige momenten, bijzonder van geniet.