We willen allemaal het beste voor onze kinderen. Daarin vertrouwen we deels op onze intuïtie, deels op de expertise en het advies van anderen en deels op ‘de norm’. In de kraamweek was ik bijvoorbeeld compleet afhankelijk van onze kraamhulp, die ons liet zien hoe we Willemijn veilig in bad konden doen, wat de handige manier is om haar te verschonen en binnen welke temperatuurgrenzen ze zou moeten blijven. Wat de verloskundige hulp betreft heb ik dat redelijk volgens de norm gedaan. Op andere vlakken wijken we juist af van de geldende norm, zoals met onze keuze voor wasbare luiers en een draagdoek.
Over vaccinaties heb ik me nadrukkelijk van tevoren ingelezen om een keuze te kunnen maken. Hoewel je automatisch de informatie over het Rijksvaccinatieprogramma en de vaccinatiekaarten toegestuurd krijgt, heb je namelijk in Nederland vrije keuze of je aan dit programma mee wil doen. En: de standaard volgen die het Rijk stelt is natuurlijk ook een keuze! Voor mij persoonlijk was het echter belangrijk om eerst te snappen hoe vaccinaties werken.
Mijn onderzoek startte dus met de vraag “Hoe werkt het immuunsysteem en wat doen vaccinaties?”. Heel kort door de bocht heb je verschillende afweermechanismen. Allereerst zijn er barrières zoals de huid en slijm in bijvoorbeeld je neus die proberen om ziektekiemen buiten te houden. Als dat niet lukt, heeft je lichaam kleine alleseters die de ziektekiemen door ze op te eten onschadelijk maken. Tot slot bouwt je immuunsysteem een soort geheugen op voor bacteriën en virussen, waardoor je lichaam deze een volgende keer herkent en sneller kan aanvallen. Waardoor je dus niet of minder ziek wordt. Dit laatste is het systeem waar vaccinaties op inspelen door het inbrengen van verzwakte of dode ziekteverwekkers.
Nu ik dit weer opgefrist had – ooit heb ik deze stof bij biologie wel behandeld – kon ik verder kijken naar het Rijksvaccinatieprogramma. Zoals ik zowel op de site als in de informatiebrochure zag, zijn er in totaal 12 verschillende ziekten waar tegen ingeënt wordt op verschillende momenten.
Nu begon voor mij een risico-inventarisatie. Hoe groot is de kans op het krijgen van een ziekte en vervolgens een blijvend negatief gevolg versus de kans op negatieve gevolgen van de vaccinaties?
Ik heb op de site van de Nederlandse vereniging voor kritisch prikken (NVKP) gelezen hoeveel kans een baby in de tegenwoordige tijd in Nederland heeft om een van deze aandoeningen te krijgen. Intuïtief klinkt het wel logisch: de kansen lijken niet heel groot omdat veel ziekten niet zo vaak meer voor komen in Nederland. Volgens de site van het RIVM is er echter bij het krijgen van bijvoorbeeld mazelen wel een kans op overlijden of hersenschade, zoals de generatie van mijn oma wel heeft meegemaakt. Aan de andere kant zijn er ook gevallen bekend van vaccinatieschade, al geloof ik niet in de link met autisme.
Wat voor ons mee heeft gewogen is het gedeelde effect van vaccinaties. Het sociale in plaats van het individuele stuk. Vaccinaties in het verleden hebben er namelijk voor gezorgd dat sommige ziektes niet meer of nauwelijks meer voorkomen. Hoewel er door verbeterde hygiëne al minder sterfgevallen waren, is de lage kans op de bof en difterie en het verminderde aantal gevallen met serieuze nasleep mede te danken aan vaccinaties. Ook de vaccinaties in de huidige tijd houden dit effect in stand en beschermen daarmee niet alleen de mensen die gevaccineerd zijn, maar ook mensen met een verzwakt immuunsysteem die om die reden niet ingeënt kunnen worden.
Dit laatste heeft voor ons de doorslag gegeven: wij willen in de basis wel vaccineren. De balans slaat bij ons dus door naar een positieve kijk op vaccinaties. De laatste vraag was dan nog of we dit wilden doen volgens het Rijksvaccinatieschema of dat we hier van afwijken. Er zijn namelijk verschillende mogelijkheden om later te starten en dan het inhaalschema te volgen of om selectief te zijn in de vaccinaties. Wij hebben er in verband met Willemijns lage geboortegewicht voor gekozen om later te starten met de vaccinaties en daarna het volledige schema te volgen. Willemijn heeft dus pas met 6 maanden haar eerste prikken gehad in plaats van met 6 weken. En gister haar tweede inenting. Vooralsnog reageert ze er goed op 🙂
Door mijn onderzoek heb ik gezien dat het onderwerp ‘vaccinaties’ in sommige gevallen echt een wespennest is. Ik geloof oprecht dat iedere ouder het beste voor heeft met zijn of haar kind en op basis daarvan keuzes maakt. Dat geldt net zo goed voor vaccinaties als voor de slaapsituatie, voeding en opvang. Met dit bericht heb ik uit willen leggen hoe wij tot onze keuze zijn gekomen. Meer niet. Oftewel: respect voor alle keuzes!